Dit is de multi-page printable view van deze sectie. Klik hier om te printen.

Terug naar normale view van deze pagina.

Pronto Documentatie

Welkom bij de Pronto Lectures. Op deze pagina vindt u niet alleen documentatie van Pronto maar in de toekomst ook opnames van mini-colleges van de bedenkers van Pronto.

Business Essetie

  1. Pronto focussed zich op de esssentie van een organisatie.
  2. De essentie van een organisatie zijn de transacties tussen de personen die accountable zijn.
  3. Niet tot de essentie van een organisatie behoren de implementatie in de vorm van rollen, delegatie, (bedrijfs) process definitie etc.

1 - Geschiedenis

Hoe Pronto is ontdekt

Timelines

graph LR
  2005 -- Bert Noorman --> Need{"What is the essence of it all"}
  1993 --Adosh van der Heijden --> Need{"What is the essence of it all"}
graph LR
  2006 -- Bert and Adosh collaborate --> 2007
  2006 -- Inception of Pronto --> 2007
  2007 -- Pronto name adopted --> 2008
  2007 -- Michael Oosterhout joins Team --> 2008

1993 - 1998

  • 1993 Adosh van der Heijden was in search for the essence of the business. This was fueled by the conviction that the various business process implementations and IT implementations where not more arbitrairy then part of the business essence.
  • 1998 Adosh was introduced to DEMO at the Technical University of Delft by Jan Dietz as professor with Victor van Reijswoud and Hans Mulder as Teaching Assitants.

Note: Jan Dietz. Victor van Reijswoud and Hans Mulder are the founding fathers of DEMO and Enterprise Engineering

2005

  • 2005 Bert Noorman started the development and discovery of Pronto.

  • Ontstaan van de behoefte aan andere manieren van proces management, proces analyse en proces modellering.

  • Besef dat het houden van workshops en het maken van stroomschema’s (flow-charts, swim-lanes), procedures en werkinstructies, enz. niet vreselijk helpt.

  • KERNVRAAG: wat is essentieel als het om bedrijfsprocessen gaat?

2006

  • Introductie PcM3 (Proces Management Maturity Model) – volwassenheidsmodel.
  • Eerste kennismaking met DEMO als middel om bij die essentie te komen.
  • Ontstaan van een eerste opzet voor Sopraan (de SOgeti PRoces AANpak).
  • Introductie Sogeti aanpak.
  • 2006 Adosh was introduced by Jan Hoogerforst to Bert Noorman and Sogeti Netherlands.
  • 2006-09 Adosh van der Heijden and Bert Noorman meet
  • 2006 Demo is introduced
  • 2006 Pronto is known as SoProAan (Sogeti Process Aanpak)
  • 2006 The discovery that all interaction is a transaction and that is what forms reality was identified as common demonitor between Bert and Adosh.

2007

  • Start of the Process Management Core team in Sogeti Netherlands.

  • Further development of the vision, content and design techniques.

  • Michael Oosterhout introduced the name Pronto.

  • Name changed from SoProAan into Pronto.

  • Presentation in various customer-events and conferences (BPM-Forum)

  • Eerste positionering t.o.v. DYA beschreven.

  • Start orientatie op Business Analyse.

  • Eerste versie whitepaper Pronto.

  • Opzet Kennisbank Pronto.

2008

  • Naam Pronto geregistreerd – zie begrippenlijst.
  • Introductie van Business Analyse als toekomstige Sogeti dienstverlening (want alle processen zijn business processen!).
  • Introductie 2 kernteams: ‘inhoud’ en ‘sturing’.
  • Veel presentaties en workshops bij klanten.
  • Pronto opgenomen als module in Mavim.
  • Tweede versie whitepaper Pronto.
  • Handboek Pronto modellen (v.1.2) opgesteld.

2009

  • Nieuwe opleidingen Proces Management met Pronto gecombineerd.
  • Nieuwe versie van het PM-volwassenheidsmodel o.b.v. Pronto
  • Verdere afbouw van dienstontwikkelactiviteiten bij Sogeti; geen budgetten meer. Diverse pogingen om het gedachtengoed alsnog te borgen gestrand.
  • Belangrijke spelers in de ontwikkeling van Pronto gaan weg of worden ingezet bij klanten

2010

  • Grote DEMO/Pronto opdracht bij AGIS Amersfoort samen met Hans Mulder
  • Oprichting IIBA Nederland;
  • kennismaking BABoK.
  • Pronto aan BABoK gekoppeld.
  • Sogeti introduceert Business Technology … (?)

2011

  • Op zoek naar partnerships voor tooling (ARIS, BeInformed, BizzDesign, …) en Pronto gerelateerde zaken (bv CogNIAM).
  • Nieuwe opzet van een BA-leergang (voor intern gebruik), inclusief Pronto.
  • Colleges in Hogescholen (InHolland, Fontys, Amsterdam, Windesheim).
  • Samenwerking met NOVI en Hans Mulder.
  • Koppeling met RLcM (na reorganisatie);
  • Pronto (processen) als kapstok voor requirements.

2011-heden

  • Toepassing bij klanten door de Pronto die-hards.
  • Minimale verdere ontwikkeling.
  • Wel de nodige voorbeelden verzameld en ervaringen opgedaan.
  • Gezien en ervaren dat de denkwijze in zo ongeveer alle situaties meerwaarde biedt.
  • Diverse samenwerkingen, intern en extern, maar steeds incidenteel (geen investeringen).

2 - Personen relevant voor Pronto

Wie speelden een rol in de creatie van Pronto

Pronto Grondleggers

Bert Noorman dient gezien te worden als de grondlegger van Pronto en de eigenaar van het gedachtengoed. Bert heeft nauw samengewerkt met Adosh van der Heijden en Michael Oosterhout in de periode 2006 tot 2011 om samen Pronto uit te breiden en te verbeteren met hun gezamelijke kennis, ervaringen en kunde. Zie de Gesciedenis pagina voor meer informatie.

Name Current / Profile Discription
Bert Noorman Geestelijk vader van Pronto
Adosh van der Heijden
Michael Oosterhout

Pronto Kernteam

In de periode van 2006 tot 2011 werd de ontwikkeling van Pronto actief ondersteund vanuit de business Development binnen Sogeti Nederland. In de periode na 2011 is de verantwoordelijkheid om Pronto actueel en levend te houden rond gegeven binnen de populatie van professionals.

Name Current / Profile Discription
Pieter Veefkind

Pronto-Lectures secretarissen

Edzo Botjes en Ton Eusterbrock hebben zich beschikbaar gesteld om alle kennis rondom Pronto vanuit gesproken woord te vertalen naar deze website. Het doel is om de kennis en ervaring die nu opgeslagen ligt in de hoofden van de grondleggers te ontsluiten voor het brede publiek. Zodat professionals, fans en onderzoekers deze informatie kunnen vinden en raadplegen via het internet.

Het opschrijven en conserveren van de kennis voor komende generaties.

Name Current / Profile Discription
Edzo Botjes
Ton Eusterbrock

3 - Termen

Definities van de termen die binnen Pronto worden gebruikt

Pronto

Staat voor PRoces ONTOlogie (credits: Michael Oosterhout, 2007); de naam is afgeleid van de titel van het boek ‘Enterprise Onthology’ van Jan Dietz.

Ontologie, ook wel “zijnsleer” genoemd, is een begrip uit de filosofie, vanuit de centrale vraag: “wat is (de essentie van het) zijn?”

Prontologie

Ofwel “De leer van het snelle begrip” (credits: Hans Mulder, 2008). Dat slaat op het doel achter Pronto: het snel kunnen begrijpen van (de essentie van) een onderneming (bedrijf, organisatie), om op basis daarvan beter te kunnen (be)sturen, besluiten en veranderen

Accountability

Pronto gaat primair over accountability (en niet over responsibility).

Accountability is gekoppeld aan eindverantwoordelijkheid en eigenaarschap.

Verantwoordelijkheid vs. accountability gaat over inspanning vs resultaat of anders gezegd over het uitvoeren van taken vs de eindverantwoordelijkheid voor een goede uitvoering en een goed resultaat. Accountability omvat maatregelen vooraf (bv transacties en processen inrichten), tijdens (bv monitoring en rapportages) en achteraf (verantwoording en aanspreekbaarheid). Accountability gaat over regels maken en zaken doen, responsibility over regels volgen en dingen doen.

(Bedrijfs)domein

Een organisatorische eenheid, met een eigen ‘accountability’ (zie RACI). Accountability of eindverantwoordelijkheid (voor iets) is een centraal begrip in Pronto en wordt direct gekoppeld aan ‘ketens’ en aan eigenaarschap van o.a. transacties, processen en informatie, zie hieronder)

Super-/sub-domein

Een hiërarchisch boven- dan wel onderliggend domein. Een superdomein kan (spel)regels opleggen aan een subdomein, waarmee de accountability van het subdomein wordt ingekaderd (soms met maar vaker zonder aparte transactie)

graph TB;
    A((Super-domein))-- regels -->B((Sub-domein))

Product / Dienst

Met een product (fysiek) of dienst (niet fysiek) wordt een klantbehoefte bevredigd. De uiteindelijke bestaansreden van een domein is, dat er klanten zijn die de aangeboden producten of diensten willen afnemen (of moeten afnemen, denk aan de overheid). Zie verder onder ‘(klant)transactie’.

Bedrijfsvoering

De essentiële zaken in de manier waarop een onderneming (bedrijf, organisatie) haar producten en/of diensten levert aan haar klanten. Essentieel is in deze context datgene wat met en door Pronto wordt gemodelleerd: de werking en constructie van een bedrijf (onderneming).

(Bedrijfs)transactie

Een transactie (eigenlijk: transactietype) is een bouwsteen van de bedrijfsvoering en een middel om het leveren van een product of dienst (aan een klant) vorm te geven. Een transactie beschrijft de samenwerking tussen 2 domeinen in termen van het op een gestructureerde manier aangaan en nakomen van wederzijdse verplichtingen (de klant heeft een eigen accountability en is in dit kader dus ook als een domein te beschouwen).

Belangrijke concepten: Een transactie heeft als basis een klant ⬄ leverancier model en is gebaseerd op het concept van prestatie / tegenprestatie. De “Pronto transactie” is een afgeleide van het begrip ‘transactie’ in het eerder genoemde boek van Jan Dietz – zie onder ‘transactiefasen’ Voor het leveren van een product of dienst bestaan in het algemeen meerdere klanttransacties naast elkaar (basispatroon, zie onder ‘klanttransactie’) elke transactie is een potentiële “eenheid van hergebruik” in verschillende ‘bedrijfsketens’ (zie ook onder ‘primair / secundair’).

Klant

Het begrip ‘klant’ is gekoppeld aan het begrip transactie (“de vragende kant”). Een klant heeft een behoefte te bevredigen (en de leverancier voorziet daar in). Een klant kan extern zijn (eindklant), maar ook intern (denk aan een transactie tussen 2 bedrijfsdomeinen). In Pronto wordt met ‘ klant’ meestal de eindklant bedoeld (zie ook ‘keten’).

(Bedrijfs)proces

Een bedrijfsproces is de procesmatige uitwerking van een transactie (1 proces = 1 transactie). Elk bedrijfsproces is (daarom) onderdeel van “de essentie”. Bij afspraak is de leverancier eigenaar van de transactie en van het bijbehorendee bedrijfsproces

Werkproces

Een werkproces of operationeel proces (denk b.v. ook aan een flowchart) is een meer gedetailleerde uitwerking van een (deel van een) bedrijfsproces en geen onderdeel van de “essentie” (en dus ook niet van Pronto modellering).

Transactieketen

Bij de realisatie van een klantbehoefte spelen meestal meerdere domeinen een rol. Elke samenwerking tussen 2 domeinen heeft als basis een transactie. Er bestaat dan dus een keten van transacties, waarmee een klantbehoefte wordt ingevuld. Vergelijkbare termen: keten, waardeketen, (bedrijfs)keten, (bedrijfs)procesketen (afhankelijk van de gekozen focus).

Klanttransactie

Een klanttransactie is een transactie, die richting klant invulling geeft aan een te leveren product of dienst. Het gaat hierbij dus (vanuit het leverende domein gezien) altijd om de ‘eindklant’ (ook weer een relatief begrip!). Een klanttransactie is vanuit het domein gezien het begin van een bedrijfsketen en definieert die keten ook. Een product of dienst wordt in het algemeen vertaald in meerdere klanttransacties.

Als het product ‘schadeverzekering’ is zijn er klanttransacties (en dus ook ketens) nodig voor het afsluiten / wijzigen / beëindigen van een verzekering, het claimen van een schade en voor het afhandelen van vragen of klachten.

Een product bestaat vaak uit meerdere deelproducten of deeldiensten. Als het product van een dealer een auto is, is er normaal gesproken ook een dienst “onderhoud” en eventueel ook een “pechdienst” aan gekoppeld. Hiervoor bestaan dan ook aparte klanttransacties en ketens.

Transactiefasen

Een transactie kent 5 stappen (fasen) in een vaste volgorde (bron: ‘Enterprise Onthology’ van Jan Dietz, 2006). De verdere uitwerking/invulling van deze fasen vindt plaats in het achterliggende bedrijfsproces – zie onder ‘(hoofd)activiteiten’.

De 5 fasen zijn: Verzoek, Belofte, Uitvoering, Oplevering en Acceptatie.

sequenceDiagram
    participant K as Klant
    participant L as Leverancier
    K-->>L: Verzoek
    L-->>K: Belofte
    activate L
      Note right of L: Uitvoering
    L-->>K: Oplevering
        deactivate L
    K-->>L: Acceptatie

(Hoofd)activiteit

Binnen elke fase van een transactie moeten in het bedrijfsproces de hoofdactiviteiten worden benoemd. De diepgang daarvan wordt bepaald op basis van 3 overwegingen:

  1. Overzicht en inzicht: wat gebeurt er in dit proces en wat (dus) niet (niveau: samenwerking tussen accountable domeinen);

  2. Bij de uitvoering van welke hoofdactiviteiten zijn andere domeinen nodig (extra schakels in de keten identificeren) en

  3. Wat is de informatie behoefte van het proces:

    1. Wat heeft dit proces nodig aan bedrijfsinformatie (meestal vanuit andere processen) en
    2. Welke informatie hebben andere processen nodig (die uit dit proces moet komen)?

Over de detaillering kan nog wel eens discussie ontstaan. Dan gelden de 3 overwegingen, daarna basisprincipe 2 (hieronder) en in laatste instantie beslist de eigenaar (vanwege acceptatie en accountability).

(Bedrijfs)informatie

Bedrijfsinformatie is die informatie, die alle bedrijfsprocessen samen nodig hebben om hun werk te kunnen doen en die door of aan andere bedrijfs-processen (ook van externe partijen) geleverd moet worden. Daaronder vallen bv ook het gebruik van informatie uit de GBA of rapportages, intern of extern).

In de Pronto analyses staat centraal, dat in de informatiebehoeften van alle bedrijfsprocessen kan worden voorzien (in en uit) en dat duidelijk is wat de bron van de informatie is (die kan dus ook extern zijn).

Informatiestroom

In de Pronto modellen wordt elke informatiestroom gerepresenteerd door een “pijl” van informatieobject naar hoofdactiviteit (“inkomend”, waarmee de informatiebehoefte van een bedrijfsproces duidelijk wordt)

graph LR;
    A[Informatie Object]-->B[Hoofdactiviteit];

en andersom van activiteiten naar objecten (“uitgaand”) waarmee de te leveren informatie voor andere processen duidelijk wordt.

graph RL;
    A[Hoofdactiviteit]-->B[Informatie Object];

Het gaat bij een informatiestroom om de specifiek benodigde informatie (dus b.v. NAW-gegevens i.p.v. klantinformatie; geen hele objecten, maar specifieke velden)

  • zie ook: informatieservice.

Informatieobject

Een informatieobject is een verzameling bedrijfsinformatie, die logisch gezien bij elkaar hoort (b.v. alle informatie over klanten) en die één eigenaar heeft (de eigenaar is vaak, maar niet noodzakelijk, het domein dat de informatie produceert of vastlegt).

Alle informatieobjecten samen worden inhoudelijk gedefinieerd door de optelsom te maken van alle “inkomende” informatiestromen (= de totale informatiebehoefte van de onderneming). Voor elk informatieobject moet vervolgens worden nagegaan: a) of alle informatie daadwerkelijk gebaseerd is op een behoefte (“lezen”) en b) of er voor alle informatievelden voldoende beheermogelijkheden (lees: bedrijfsprocessen) zijn om die informatie te creëren, te wijzigen en indien nodig te verwijderen (en zo nee, of dat ok is).

CRUD Nederlands Engels
C Creëren Create
R Lezen Read
U Aanpassen Update
D Verwijderen Delete

De term CRUD beschrijft de vier basis operaties die op informatie uitgevoerd kunnen worden. Op de engelse wikipedia staan verschillende voorbeelden van de technische vertaling van deze logische operaties.

Informatieservice

Dit gaat over de doorvertaling naar IT (informatievoorziening i.p.v. informatiebehoeften) en hoort daarom niet bij de Pronto-modellen!

Informatie services zijn de implementatie van informatiestromen. Het is de “IT interface” voor het gebruik van / de toegang tot informatie uit informatie-objecten (objecten), dus voor het toevoegen, wijzigen en verwijderen (schrijven) of ophalen (lezen) van specifieke informatie uit een specifiek object.

De informatiestromen uit de Pronto modellen zijn een heel goede basis voor het inventariseren van de IT-requirements!

4 - Basisprincipes

Dit zijn de 5 Basisprincipes voor werken met Pronto

Principe 1

Transacties, processen, ketens en infrmatiestromen geven vorm aan samenwerking. Onderscheidt hierbij samenwerking tussen domeinen van samenwerking tussen (groepen) mensen. Het laatste gaat over “dingen doen” (responsabilities), het eerste over “zaken doen” (accountabilities). Als de samenwerking tussen domeinen duidelijk is (eigen accountability, dus zekere mate van autonomie) kan de samenwerking binnen domeinen relatief makkelijk vorm worden gegeven (en naar behoefte van medewerkers en eigenaar!). Pronto gaat over samenwerking tussen domeinen (en over zaken doen en accountabilities).

Principe 2

Modelleer alleen wat zinnig en nuttig is: de essentie van samenwerking. De essentie is een compleet overzicht van de bedrijfsvoering over de verschillende domeinen heen (en binnen de gekozen scope). Dat wil zeggen van alle transactie(keten)s, bedrijfsprocessen en alle benodigde informatiestromen en -objecten en als een integraal model! Houdt het model zo compact mogelijk; dat geeft het beste overzicht, betere acceptatie en vereenvoudigt analyses en onderhoudswerk. Waar onderdelen* gecombineerd kunnen worden: doen (tip bij analyses: eerst gescheiden analyseren, dan waar mogelijk en zinnig combineren). * onderdelen = producten / diensten, transacties, processen, hoofdactiviteiten, informatiestromen, etc. Niet te combineren (evt. wel te dupliceren): dingen van verschillende eigenaren!

Principe 3

Mate van detaillering speelt vooral bij de uitwerking van processen in hoofdactiviteiten (zie ook de omschrijving van ‘hoofdactiviteit’). Hier gelden 3 belangrijke criteria:

  • zijn alle punten waarop de inbreng van een ander domein nodig is naar voren gekomen?
  • zijn alle informatiebehoeften bekeken en geïdentificeerd (in en uit)?
  • kan (wil) de eigenaar zich herkennen in de beschrijving (acceptatie)?

Principe 4

Modelleer elk bedrijfsproces vanuit de 5 fasen van een transactie. Gebruik waar mogelijk herkenbare patronen (voor begrip, efficiëntie, herkenbaarheid, hergebruik, overdraagbaarheid, enz.). Voorbeelden: Basis voor bedrijfsvoering / een bedrijfsmodel: er zijn altijd klanten, producten/diensten en “relaties daartussen” (CZ) Modelleren van betalingen: voorwaardelijk voor levering, achteraf, gratis, …… Productkeuzes: liever product/dienst met keuze-opties dan alles opsplitsen en aparte ketens (KPN) Van product/dienst naar klanttransacties: relatie/overeenkomst, uitnutting, klantenservice (checklist) Omgaan meet offerte, garantie, bedenktijd, etc. in een transactie (vgl ook DEMO)

Principe 5

In de Pronto modellen komt specifieke informatie maar op 1 plek (in één specifiek informatieobject van de onderneming) voor. In de realisatie kunnen om allerlei redenen meerdere kopieën op verschillende locaties nodig zijn.

5 - Generieke analysevragen

Welke stappen leiden tot een gedegen analyse

De eerste vraag moet altijd zijn:

  1. Wat is de doelstelling en de scope (met achtergrond, randvoorwaarden, etc.) van de analyse en vanuit welk(e) domein(en) bekijken we de onderneming (bedrijf, organisatie)?

Van daaruit gaat het in hoofdlijnen om de volgende vragen (stappen):

  1. Wat zijn de relevante producten en diensten, in het kader van de gekozen scope en vanuit klantperspectief? (Anders gezegd: wat is de bestaansreden van het domein?)

  2. Welke klanttransacties (= klantketens) zijn bij die producten en diensten relevant?

  3. Wat gebeurt er in het bedrijfsproces van een transactie (hoofdactiviteiten)?

  4. Hoe zien de ketens achter die klanttransacties er uit? Bij welke hoofdactiviteiten van de klanttransactie is een bijdrage van andere domeinen nodig / welke domeinen moeten (via transacties of op een andere manier) welke bijdrage leveren in de keten?

    1. Wat is de informatiebehoefte van elke transactie / van het bedrijfsproces? (Hoe) wordt daarin voorzien?
    2. Welke informatie moet de transactie (het proces) vastleggen voor gebruik door andere transacties (processen)?
  5. Is de totale bedrijfsinformatiebehoefte (gegeven de gekozen scope) belegd in informatie-objecten (waarvan de eigenaren bekend zijn)? Is deze set consistent en zonder doublures? En is waar nodig in alle elementaire beheertaken voorzien (creëren, wijzigen, verwijderen en lezen)?

6 - Transactie

Wat is een transactie?

The collection of transaction patterns are not a model of reality someone has invented or created. The transaction patterns are the reality.

When people interact then this interaction is always in the form of a transaction pattern. The pattern contains the five steps of:

  1. Issue request.
  2. Promise to the request.
  3. The production of the promise.
  4. The delivery of the produced outcome as manifestation of the promise.
  5. The Acceptance of the delivered product.
sequenceDiagram
    participant K as Klant
    participant L as Leverancier
    K-->>L: Verzoek
    L-->>K: Belofte
    activate L
      Note right of L: Uitvoering
    L-->>K: Oplevering
        deactivate L
    K-->>L: Acceptatie

A person that works at a conveyor belt, has no part in the transaction pattern. In this situation this person is part of the operational execution (implementation). This person might be responsible for the execution of the job but not accountable.

A transaction pattern is always between two persons that are equal toward each other. The two actors in the pattern should both be accountable to be part of the transactions in scope of Pronto as part of the business essence.

**The rule of thumb is: **

  • An actor who is accountable determines the rules.
  • An actor who is responsible follows the rules.

Pronto provides insight in who is accountable for what and the transaction pattern between the accountable actors.

7 - Backlog

Mogelijk invalshoeken om over Pronto te praten
  1. Pronto modellen als (ver)bouwtekeningen; bouwtekeningen vs “artist impressions”
  2. Veranderen, veranderanalyse en impact analyse; what-if; elke verandering is een business verandering!
  3. Rood, groen, blauw / data, informatie, intentie / systeem-, info-, business analist
  4. Architectuur en Business Analyse, Architectuur en Pronto, Business Analyse en Pronto
  5. Pronto en Demo; historie & achtergrond, doelen & opbouw, verschillen (& overeenkomsten)
  6. Klantreizen / customer journeys, (customer) life-cycles en “kontaktmomenten”
  7. Management vs operatie; enterprise model; bedrijfsvoering en control structuur; stuurmiddel vs operationele ondersteuning
  8. Knelpunten vinden, optimaliseren, verbeteren (Pronto en Lean / 6sigma)
  9. Relatie met andere relevante modellen en frameworks
  10. Verantwoordelijkheden; accountability, eigenaarschap; (bedrijfs)domein, super-domeinen, subdomeinen; verschil commerciële onderneming en overheid
  11. Business ⬄ IT (bridging the gap); Pronto = business met een ‘bridge’ naar IT
  12. “Elke verandering is een business verandering!” en Pronto is ‘rood’
  13. Informatiebehoeften, informatiestromen, informatievoorziening / IT; relatie met bedrijfs-voering; matchen van behoeften, CRUD-matrix; SPOT, eigenaarschap
  14. Informatie als basis voor analyses; informatie architectuur; (master) data management
  15. Kwaliteitszorg (en certificering); meten en sturen, KPI’s en Pronto
  16. Pronto en (agile) ontwikkeling; “projecten” anders bekijken; “niveaus” in processen
  17. Ketendenken; waardeketens (value chains), transactieketens, procesketens; ketenverantwoordelijkheid, keten management; keten optimalisatie
  18. Producten en diensten; product/diensten catalogi; P&D architectuur; productopties/keuzes
  19. Verander cyclus; richten, inrichten, verrichten vs Pronto
  20. Herkenbare patronen in enterprise modellen; hergebruik (transactie!); verschillende patronen voor (commerciële) bedrijven /overheid / projecten; zaakgericht werken; patronen voor branches; bibliotheek onderhouden
  21. Proces management / proces modellering / proces analyse en Pronto; bedrijfsprocessen, werkprocessen (met procedures, werkinstructies, flowcharts, enz.)
  22. Wat betekent accountability? Wat betekent eigenaarschap? Waarom is dat essentieel?
  23. Tooling voor Pronto modellen; te stellen eisen, mapping van concepten
  24. Pronto concepten: product/dienst, (bedrijfs)transactie, (bedrijfs)proces, (bedrijfs)keten, (hoofd)activiteiten, informatiebehoeften en -stromen (in en uit), informatie objecten; zie ook de aparte begrippenlijst